SCJ componisten

 

Ongetwijfeld zijn er ontelbare muzikanten en muziekminnaars, die hun verbondenheid met deze kunst danken aan hun verblijf in een S.C.J.-huis. Daar vormde de muziek in en buiten de kapel immers een element, dat de volle aandacht kreeg. En dit zal zeker ook samenhangen met het feit, dat de Nederlandse S.C.J.-provincie bijna de gehele twintigste eeuw een aantal waardevolle componisten tot haar leden kon rekenen. 

Karel Feij (1875-1928)
Hij was leraar en muziekpater in de beginjaren van het Bergen op Zoomse Juvenaat.
Lange tijd gebruikten men daar de op zijn naam staande “Liederkrans ter eere van het H.Hart”, met daarin voor een flink deel zijn composities. De eerste uitgave was in 1903 en bevatte 95 pagina’s, en de laatste editie kwam in 1933 (dus 5 jaar na zijn dood) uit met ruim 200 bladzijden. 
Tenminste één lied werd in 1950 nog regelmatig gezongen: “Hart van mijn Jesus”.
Voor verdere gegevens, zie Loopmare nummer 160.

Cor van der Peet (1900-1987)
Zijn muzikale kwaliteiten werden ontdekt en ontwikkeld door pater Feij. Na zijn wijding studeerde Cor aan het conservatorium te Tilburg. Daarna ging hij zich verder bekwamen bij Johan Winnubst te Utrecht en vervolgens mocht hij naar Parijs, naar het beroemde muziekinstituut "Schola Cantorum", opgericht door Vincent d'Indy. Hier kwam hij direct in de hoogste klas terecht. 
Terug in Nederland nam hij les bij Hendrik Andriessen. Van der Peet, bewonderaar van Alphons Diepenbrock,
componeerde zowel in het traditionele als in het modernere idioom, voornamelijk (maar niet alleen) geestelijke koorwerken, waaronder twee zesstemmige missen.
Een deel van zijn werk (o.a. één van laatstgenoemde missen) werd uitgegeven, voornamelijk door Annie Bank en ook door Harmonia (De Haske).
Twee Nederlandse, niet-uitgegeven missen in klassieke stijl zijn vrij beschikbaar voor uitvoering in niet-commerciële omgeving, zoals in kerkelijke vieringen (zie hieronder).
Voor meer informatie, zie de artikelen in Loopmare’s 137 en 160.
En deze pagina op Wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/Cor_van_der_Peet

Nico de Goede (1915-1982)
In 1946 promoveerde Nico aan het Pauselijk Muziekinstituut te Rome (“Magna cum laude”). Na een verblijf in zijn geboortestad Amsterdam nam hij voorgoed zijn intrek in het Studiehuis Sint Jozef te Nijmegen. Hij reisde veel: hij was op meerdere plaatsen in Nederland muziekdocent, o.a. aan het Instituut voor Nederlandse Kerkmuziek te Utrecht. Ook werd hij directeur van de afdeling Kerkmuziek aan het Tilburgse Conservatorium. Naast al deze activiteiten heeft hij behoorlijk veel gecomponeerd, zoals de missen De-Goede-Herder, de Elisabethmis en de eenstemmige mis “Non tingat aras” bij gelegenheid van het eeuwfeest van de congregatie. In de jaren 60 begon hij in het Nederlands vertaalde proprium misteksten op “Gregoriaansachtige” muziek te zetten. Dat heeft Nico zeker voor een vijftiental zondagen gepresteerd.
In de jaren 50 kwam hij in contact met de Zusters Brigittinessen te Uden. Op zeker moment trokken enkele zusters vanuit Uden naar het Zweedse Vadstena om daar de ooit bloeiende kloostergemeenschap nieuw leven in te blazen. Nico kreeg het verzoek om mee te gaan om hierin behulpzaam te zijn. Daar openden zich ongekende mogelijkheden: hij kreeg het verzoek om het Latijnse officie in het Zweeds te vertalen en daar muziek bij te componeren. Niet bekend is hoe lang Nico in Zweden is geweest, maar hij vierde daar in 1981 zijn veertigjarig priesterfeest tussen vele vrienden en bekenden. In het jaar daarna is hij na een kort ziekbed in Nijmegen overleden. 
Citaat uit zijn In Memoriam: “Zuster Kristina stuurde vanuit Zweden een cassettebandje, waarop zij het Zonnelied van Franciscus, gecomponeerd door Nico, had ingezongen. Ontroerd luisterden enkele confraters, zittend aan zijn ziekbed, enkele uren voordat de partituur van zijn leven werd afgesloten”.

Kees van Haperen (1916-1991)
Toen Kees 10 jaar was, liet zijn muzikale vader hem al vioolles nemen. En een paar jaar later werd hij ingelijfd in het huisorkest van het Bergen op Zoomse Juvenaat en zong daar in het koor. Zijn muzikale ontwikkeling ging ook in Liesbosch en Nijmegen gestaag door. Hij raakte steeds meer bedreven in het arrangeren en componeren en na zijn wijding in 1941 mocht hij gaan studeren aan het Tilburgse conservatorium, waar hij het einddiploma Koordirectie behaalde. Daarna nog in Den Haag pianodiploma’s DM en UM. Vanaf 1946 leidde hij het fraterskoor te Liesbosch en doceerde daar Gregoriaans en welsprekendheid. Kees heeft een flink aantal composities op zijn naam, waarvan een behoorlijk deel ook is uitgegeven (door Annie Bank, Harmonia en Zengerink). Zijn oeuvre omvatte missen, geestelijke liederen, maar ook profane muziek en arrangementen, o.a. voor uitvoeringen door de fraters op feestdagen te Liesbosch. 
Als zijn verdere activiteiten kunnen nog genoemd worden: aalmoezenier in het Bredase Huis van Bewaring, pastor in het Psychiatrische ziekenhuis “Vrederust” te Bergen op Zoom en leider van het Teteringse kerkkoor, dat na zijn dood naar de Astense kerk kwam om te zingen bij zijn uitvaart. Tenslotte nog een citaat uit een brief van uitgever Herman Zengerink over het oeuvre van Kees: “De beroemde “Kleine Barokmis”. Tot 1985 waren hiervan al meer dan 2000 partituren en ruim 25.000 koorpartijen verkocht! Dat hield de uitgever op de been.”
Zie ook Loopmare’s 138 en 160 (verschijnt binnenkort).

Harry Venselaar (1910-1984)
Ook hij heeft veel betekend voor de muzikale ontwikkeling van S.C.J.-studenten, maar veel gecomponeerd heeft hij niet. Wel kennen we zijn mooie “Maria mater gratiae”. Ook schreef Harry wat bewerkingen, zoals die op het liedje “Als hier ’n pot met bonen staat en daar ’n pot met brie; dan laat ik brie en bonen staan en ga naar mijn Marie!”, dat het koor heeft gezongen tijdens een 'open refter'.

N.B.
Zoals vermeld zijn niet alle werken van SCJ-mensen uitgegeven. Inventarisaties van het oeuvre en heel wat bladmuziek (vooral van Cor van der Peet) zijn nu nog in het bezit van Ton Spring in ’t Velt, maar gaan op korte
termijn naar het archief van het Utrechtse conservatorium, waar al het een en ander aanwezig is.
 
Verder zijn meerdere onuitgegeven werken van SCJ-lieden vrij beschikbaar op de website www.liederen.org
Deze muziek mag gratis gedownload worden en uitgevoerd in kerkdiensten en andere niet-commerciële omgevingen. Daar is o.a. te vinden: muziek van de paters van der Peet en Venselaar, alsmede van de oud-SCJ-leerlingen Jan Zwaard en Ton Spring in ’t Velt. Op die website kunt U in de linkerkolom uw selectie maken.